Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ8177

Datum uitspraak2004-08-17
Datum gepubliceerd2004-08-30
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers03/5445 NABW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Heeft de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard omdat betrokkene geen procesbelang meer heeft bij een (inhoudelijke) beoordeling van het onderhavige beroep?


Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R 03/5445 NABW U I T S P R A A K in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 20 oktober 2003, reg.nr. 03/609 NABW. Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend. Bij brief van 23 juli 2004 heeft appellant nadere stukken ingezonden. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft. II. MOTIVERING Bij besluit van 16 januari 2003 is de aanvraag van appellant van 3 december 2002 om bijzondere bijstand voor de kosten van het verstrekken van een overzicht door de rechtbank Zutphen van zijn bij de sector bestuursrecht van die rechtbank aanhangige zaken afgewezen. Bij besluit van 29 april 2003 heeft gedaagde het bezwaar van appellant tegen het besluit van 16 januari 2003 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het door appellant tegen het besluit van 29 april 2003 ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe heeft zij overwogen dat nu de rechtbank alsnog heeft besloten appellant geen administratiekosten in rekening te brengen, hij geen procesbelang meer heeft bij een (inhoudelijke) beoordeling van het onderhavige beroep. Op grond van de gedingstukken komt de Raad tot de volgende beoordeling. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en de overwegingen waarop dat oordeel berust. In hetgeen in hoger beroep door appellant is aangevoerd, ziet de Raad geen grond om tot een ander oordeel te komen. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. De Raad ziet ten slotte geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus gewezen door mr. G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van mr. P.E. Broekman als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2004. (get.) G.A.J. van den Hurk. (get.) P.E. Broekman. EK0608